[:nl]Bart Van Loo kiest zijn ideale regering uit ‘De Bourgondiërs’

[:nl]Eerste minister: Filips III van Bourgondië, bijgenaamd Filips de Goede 

In de vijftiende eeuw werd onder zijn bewind een nieuwe staat gecreëerd: de Lage Landen, het gebied dat het huidige België en Nederland beslaat. Hij is dus in zekere zin de grondlegger van ons land. Mocht Filips de Goede vandaag premier zijn, dan was hij ongetwijfeld ook nog eens Belgisch staatssecretaris voor de Herfederalisering, en streed hij in die functie voor een sterk gecentraliseerde macht… en voor de eenmaking met Nederland. 

Minister van Dwarsliggerij: Jacoba van Beieren, gravin van Henegouwen

Jacoba was een nicht van Filips de Goede. Zij zou de ideale kandidate geweest zijn om oppositie te voeren tegen de machthebbers. Om haar grondgebieden te behouden en weerstand te bieden tegen de voortdurende oorlog die haar neef Jan IV tegen haar voerde, trad ze tweemaal in een strategisch huwelijk. Ze bleef aan de macht, voerde veroveringsoorlogen en ontsnapte zelfs uit een Gentse gevangenis. Een harde tante.

Minister van Feestelijkheden, Banketten en Propaganda: Olivier de La Marche 

Het Zwitserse zakmes van de regering. Hij was een veelzijdige, elegante man, kroniekschrijver in zijn vrije tijd, maar vooral ook degene die de feestelijkheden organiseerde. Een van die evenementen was het befaamde Banket van de Fazant op 17 februari 1454, een propagandistisch meesterwerk dat was opgezet als een feest. De bedoeling was om de aanwezige edelen en ridders te overtuigen om te vertrekken op kruistocht naar Constantinopel. Toen al begreep De La Marche dat gastronomie, feest en fijnzinnigheid doeltreffende diplomatische wapens zijn. 

Minister van Volksgezondheid: Nicolas Rolin

Rolin was de kanselier van Filips de Goede en richtte het armenhospitaal Hospices de Beaunes op, een erg mooi en tegelijk functioneel ziekenhuis. Moge hij een inspiratiebron vormen voor al de huidige ministers met zijn betrekking. 

Minister van Buitenlandse Zaken: Jan van Eyck

Een schilder, uiteraard, maar wist u dat Van Eyck ook diplomaat was? Hij maakte vele lange reizen en tekende een wereldkaart voor Filips de Goede. Zijn hertog stuurde hem dan ook vaak op buitenlandse missie, voornamelijk naar Portugal, waar Van Eyck onderhandelde over een huwelijk tussen Filips en Isabella van Portugal. Hij maakte ook een portret van Isabella, opdat haar aanstaande echtgenoot wist hoe ze eruitzag. Een minister van Buitenlandse Zaken die thuis is in de wereld van de schone kunsten, houdt van esthetiek en cultuur, die heeft een streepje voor bij mij.

Minister van Telecommunicatie: Jeanne d’Arc

Een logische keuze, aangezien Jeanne een goddelijke boodschapper is. Ze bekleedt echter een gevaarlijke ministerpost: net na haar triomfantelijke doortocht door Frankrijk wordt ze gearresteerd omdat Filips de Goede haar heeft verraden aan de Engelsen, wat ons naadloos bij de volgende portefeuille brengt.

Minister van Verraad: Lodewijk XI, koning van Frankrijk 

Hiervan heeft elke zichzelf respecterende regering er minstens een nodig. Lodewijk ligt publiekelijk in conflict met zijn vader Karel VII, verlaat het Franse hof en vraagt politiek asiel aan in het hof van Bourgondië te Brussel. Filips de Goede ontvangt hem met open armen en schenkt hem zelfs een kasteel in Jemappes, maar uiteindelijk zal Lodewijk de onbetrouwbare zich alsnog tegen de Bourgondiërs keren.

Minister van Gendergelijkheid: Christine de Pizan

Een sterke dame die enkele belangrijke werken naliet, waaronder het Boek van de stad der vrouwen. Bijna niemand herinnert zich haar nog, maar Christine was de eerste Franse en Europese auteur. Toen ze 25 jaar oud was, stierf haar man en besloot ze als schrijver aan de slag te gaan aan het Bourgondische hof. Ze leefde er van haar pen, enfin: pluim. Men schrijft haar het volgende maxime toe: ‘De femelle, devins mâle’ (‘Van vrouwelijk ging ik naar mannelijk’ – een verwijzing naar het feit dat ze als vrouw een ‘mannelijk’ beroep uitoefende: schrijver).

Minister van Cultuur: Claus Sluter

Deze Hollandse beeldhouwer, die zijn ambacht in Brussel leerde, kreeg van Filips de Stoute de leiding over de bouw van la Chartreuse de Champmol. In dat voormalige kartuizerklooster in Dijon liggen de hertogen van Bourgondië opgebaard. Destijds werd het een trekpleister voor de grootste kunstenaars van de Lage Landen, die er fungeerden als culturele ambassadeurs en in die hoedanigheid samenwerkten en kennis uitwisselden. Het concept van de Lage Landen, die voorloper van België en Nederland, ontstond dus eerst in de kunstenwereld en pas later in de politiek. Daar zouden we onszelf wat vaker aan mogen herinneren.

Minister van Taaltolerantie: Jan zonder Vrees

Jan was de zoon van Filips de Stoute en de eerste Bourgondische hertog die begreep dat het een tekortkoming was om enkel het Frans te beheersen, als je een tweetalig koninkrijk wilde leiden. Daarom leerde hij Platdiets (een variant van de Nederlandse spreektaal) en vaardigde hij de eerste taalwetten uit. Aan de Gentenaren en de Bruggelingen beloofde hij zelfs dat hij zich in het Nederlands tot hen zou richten, ‘voor zover ik het ken en kan’. Zijn beheersing van de taal was waarschijnlijk niet ondraaglijk slecht, maar zeker niet beter dan die van bepaalde hedendaagse politici. Hoe dan ook was Jan een van de eerste machthebbers in de regio die tweetaligheid nastreefde, wat een eervolle vermelding verdient. 

Staatssecretaris voor Medisch Geassisteerde Voortplanting (MGV): Karel de Stoute

Hoewel hij een grote oorlogshonger had, was Karel terughoudend in de slaapkamer. Hij had zelfs de reputatie te vluchten voor zijn vrouwen. In drie huwelijken verwekte hij slechts één enkele dochter en niet eens een bastaardkind! Nochtans was het maken van nakomelingen een politieke plicht, opdat opvolging gegarandeerd zou zijn. Karel zou dus een uitstekende voorvechter zijn van MGV, gezien zijn voorkeur om in opvolging te voorzien zonder de daartoe veronderstelde daad te moeten verrichten.

Staatssecretaris voor Huwelijksaangelegenheden: Filips de Stoute

De drijvende kracht achter de eenmaking van de Lage Landen. Zijn instrument: het huwelijk. Hij slaagde erin Margaretha van Vlaanderen te huwen, hoewel de zoon van de Engelse koning haar al het hof had gemaakt. Vervolgens huwde hij zijn kinderen erg strategisch uit, wat hem telkens geld en land opbracht. Dat gezegd zijnde, had Filips evengoed Staatssecretaris voor Regionale Culinaire Aangelegenheden kunnen zijn; hij institutionaliseerde namelijk de pinot-noir-druif en smokkelde het recept van mosterd uit Dijon in een wetgeving. 

« Dit artikel wordt u aangeboden.  Help ‘Wilfried’ verder te werken en neem een abonnement. We zijn een volledig onafhankelijk medium, 100% gemaakt in België, uitgegeven door een burgercoöperatie. »

[:]


Éditions précédentes
N°28
La Wallonie qui se lève tôt
N°27
Au cœur du nationalisme
N°26
La fièvre
Newsletter

Le magazine qui raconte la Belgique par emails